En een nieuw geluid; Kriebels laat die lente maar komen!
door John Schoorl
De meteorologische rokjesdag ligt nog een eindje in het verschiet, maar met die klimaatverandering weet je het nooit; vaststaat dat het voorjaar nadert.
Tijdens de vakantie van Martin Bril daarom een kleine lenteserie. Vandaag: lente en poëzie.
Er komen nieuwe dichters in de Lente, al jaren. Maar er komen nooit andere dichters in de Lente, want telkens is er weer die ene dichter, die zijn bakkes vol heeft van een nieuwe Lente en een nieuw geluid.
De naam van die gozer schiet nooit iemand te binnen, wat ook niet zo vreemd is, want hij is dood, al jaren. Zo dood als een pier, en de dood heeft geen
nieuw geluid en geen nieuwe Lente.
Het is tijd voor een nieuwe Lente. Voor nieuwe dichters die de vloer aanvegen met dichters waarmee je de vloer kunt aanvegen. Die naar buiten kijken, de lucht opsnuiven en heel hard naar binnen rennen om de poëzie poëtisch, poëtisch en poëtisch op het papier te pleuren. In galop, en niet omkeren. Dan kalm, maar gestaag, en vooral doorgaan. Plug in, en regel voor regel rammelen maar. Wat er staat, is maar voor één uitleg vatbaar.
Doede!
De nieuwe Lente heet Doede. Het nieuwe geluid heet Doede. In deze Lente gaan we veel van Doede horen. De Roep om Doede wordt de roep van de nieuwe Lente.
Leve Hidde Boersma!
Wie? Hidde Boersma!
Ken je Hidde Boersma niet? Ik ook niet. En dat is goed. Daarom is Hidde Boersma ook de nieuwe Lente. Omdat niemand hem kent, en niemand weet dat Hidde de oervader van Doede is.
De uitvinder van het Doedeïsme, de zeer belangrijke stroming die in de Lente van 2007 hier en nu is opgericht met als doel van iedereen in de wereld een Doede te maken.
Hier komen de eerste drie zinnen van De Roep om Doede (rustig lezen, met kleine slokjes, vergeet vooral niet te genieten). Er komt nog meer!
Er moet een Doede komen
die gewoon een visje eet
zonder gevoel of gedoe
Stond gewoon in een dichtbundel. In een boek van 158 bladzijden dat al in 2004 tussen die duizenden boeken en bundels was verschenen. Allemachtig toch, die achteloosheid van het geniale.
Het tussenstuk (eerst er aan ruiken):
Er moeten Doedes komen
die rechtdoor gaan
omdat het ze niets schelen
kan
Droom in blauwe regenjas, heet de tweetalige bundel over nieuwe Friese dichters. Dus ook Dream yn blauwe reinjas in het Fries, want Hidde is een nieuwe Friese dichter, door Tsead Bruinja en Hein Jaap Hilarides op glorieuze wijze tevoorschijn getoverd.
En dan nu het slotakkoord:
Er moet een Doede komen
die de Doedes roept
Er is geen weg meer terug, in de nieuwe Lente. We zijn er uit. We worden allemaal een Doede, zodat we tegen die anderen kunnen zeggen dat ze ook een Doede moeten worden.
Hidde Boersma. Hooggeachte Doede. Ik denk niet dat je dit leest, daar heb je vast geen tijd voor. Een Doede eet gewoon zijn visje. En een Doede heeft, om te beginnen in de nieuwe Lente, altijd gelijk.
Bron: Volkskrant, 27-02-2007